Sint Quirinuskerk

De kerk, het centraal gebouw in het dorp

Hoog uittorend boven de huizen vormt de kerktoren van Viversel een herkenningspunt voor talloze wandelaars en fietsers.

In de 19de eeuw kreeg de kerk zijn huidige vorm, maar deze plaats is al veel langer een ontmoetingsplaats om feestelijk religieuze gebeurtenissen te vieren of om mee te leven bij pijnlijke en droevige momenten.

Generaties brachten financiële offers en zetten zich in voor de kerk. Voor velen was en is de kerk er bij het begin en aan het einde van hun leven.

Voor de gelovige parochianen blijft de kerk de sacrale plek van stilte en gebed, de plaats om God te loven en zijn woord te beluisteren. Hier voelen ze zich gelukkig wanneer ze gedragen en opgenomen worden door een warme, eendrachtige gemeenschap. Ook niet-gelovige bewoners vinden hier de ruimte om in stilte te bezinnen. De kerk blijft dan ook een waardevol gebouw in het dorp dat toegankelijk is voor al onze inwoners.

Adres

Kerkstraat 33, 3550 Heusden-Zolder

Geschiedenis

Van quarta capella tot zelfstandige parochie

 

In de 13e eeuw was ons dorp een kleine gemeenschap met een kapel die bediend werd door een Kapelaan uit Lummen. Viversel was immers als quarta capelle kerkelijk afhankelijk van de moederkerk van Lummen. Het betekende o.a. dat de pastoor van Lummen de tienden van de kerk van Viversel optrok en het benoemingsrecht had over de kerkbedienaars. Juridisch behoorde Viversel echter tot de heerlijkheid Vogelsanck.

 

Een ingrijpende gebeurtenis in het leven van het dorp was het mirakel van de “Bloedende Hostie” in 1317. Het verhaal van dit wonder bleef voortleven en werd van generatie tot generatie verder verteld.

 

 Wanneer de eerste kapel werd verbouwd of vervangen, is niet te achterhalen. In 1419 stond er alleszins een grotere kapel met beneficies of altaarinrichting, verleend door de heer van Vogelsanck en de pastoor van Lummen.

Een kapel in de jaren 1600 had reeds de allure van een kerk. Een torenklok uit 1634, een torentrap uit 1699 en verschillende beelden zijn de relicten die getuigen over deze periode.

Volgens Pastoor Kessels dateerde de vorige kerk uit 1747. Allerhande rekeningen maken echter melding van voortdurende herstellingen waardoor de kerk een eindeloze bouwwerf bleek. Er rezen dan ook vermoedens of het ontstaan van dat gebouw niet terugging tot een eerdere datum.

In 1838 werd de kerkfabriek onafhankelijk en de parochie zelfstandig.

 

De bouw van een nieuwe kerk

 

De eerste prioriteit van het kerkbestuur was het vervangen van de oude kerk door een nieuwe. Dit besluit werd vastgelegd in de zitting van 7 augustus 1839. De plannen van provinciaal bouwmeester Jaminé kregen slechts beperkt gestalte wegens onvoldoende financiële middelen. Alleen de bouw van de klokkentoren en de gedeeltelijke vergroting van de kerk werden uitgevoerd in de loop van de jaren 1845 en 1846 door meester metselaar Baptist uit Beringen.

Pas in 1859 kwam de beslissing om het middenschip en het koor te bouwen. Naast het aandeel van de kerkfabriek, de subsidies van de staat, provincie en gemeente hadden de parochianen en hun pastoor Gaethofs, zowel in de eerste als in de tweede fase, financieel en materieel ruim bijgedragen.

In 1871 liet pastoor Grisard een orgel plaatsen, dat hij het jaar ervoor besteld had bij de firma “Pereboom en Leijsen” in Maastricht. Ook bestelde hij bij de befaamde beiaard- en torenuurwerkbouwer Edward Machiels in Mechelen een torenuurwerk, dat in 1875 werd geplaatst.

Op 13 juli 1877 mocht pastoor Grisard bisschop Doutreloux verwelkomen om de St-Quirinuskerk weer in te wijden.

 

Klokkenleed

 

In de toren hangen twee klokken, een kleine uit 1634 en een grote uit 1769. Tijdens de Franse Revolutie mocht nog één klok in de toren hangen om de tijd aan te duiden. De andere klok werd opgeëist en weggevoerd. Om dit te voorkomen haalde stoere parochianen de kleine klok uit de toren en verstopte haar in de zandberg op de heide, tot na het concordaat tussen paus Pius VII en Napoleon in 1801.

De grote klok werd geschonken door pastoor Timmermans en in Viversel gegoten door de rondreizende klokkengieter Simon.

In 1943 maakten de Duitsers zich schuldig aan klokkenroof. Nazi’s kwamen met werklui naar Viversel en haalden de grote klok uit de toren. Miel Geypens uit Viversel heeft zich toen hevig verzet, en werd door de Duitsers afgevoerd naar een concentratiekamp. Later is hij levend bevrijd.

Gelukkig kwam de klok niet in Duitsland, maar in Opgrimbie terecht ter vervanging van een weggevoerde klok. In 1953 kon Albert Poelmans, met hulp van Leon Quintens , Maurice Put en enkele werkmakkers, de klok terug in de toren hangen en al het klokkenleed doen vergeten.

 

De kerk onderwater

 

In 1939 had de kerk veel te lijden van waterschade. Viversel kwam toen gedeeltelijk onder water te staan om de opmars van het Duitse leger te vertragen. De Laambeek, afgedamd aan de duiker van het Albertkanaal, overspoelde het dorpscentrum. In de kerk steeg het water haast tot één meter. Met man en macht werd alles wat enigszins verwijderd kon worden, naar buiten gedragen en met paard en kar van Frans Swinnen naar de parochiezaal (de Jovita) gevoerd. Het overstroomde gebied werd een druk bezochte attractie voor ramptoeristen. Zij trachtten met een bootje tot zelfs in de kerk te varen. Maanden later werd de schotbalken aan de duiker opgehaald en ebde het water langzaam weg. Toen was het alle hens aan dek om de kerk weer toegankelijk te maken.

 

Een fraai patrimonium

 

Ons neoclassictische zaalkerkje wordt overspannen door een tongewelf. Het interieur oogt aantrekkelijk met barokaltaren, vele beelden, edelsmeedwerk en houten meubilering. De glasramen met een voorstelling van de evangelisten werden in 1952 door Claes uit Sint-Truiden geplaatst. Pastoor Ballings deed toen een beroep op zijn parochianen en vroeg gedurende twee jaar een maandelijkse bijdrage.

De restauratie van 1974 verrijkte de kerk met een nieuw altaar, smeedijzeren creaties en moderne beelden.

Een parel is alleszins het beschermd Perenboom-Leijster orgel dat op het doksaal prijkt. Het werd in 2014 gerestaureerd door “Orgelbau Schumacher” en vervolgens feestelijk ingespeeld. Twee gemarmerde zuilen dragen het doksaal. Ze zijn omgekeerd geplaatst waardoor de hardstenen kapitelen nu als voetstukken fungeren. De kapitelen met gekrulde blad ornamenten zijn afkomstig uit de gotische kerk van Zolder uit 1554. Ze werden daar verwijderd bij de vergroting van de kerk in 1889 en naar Viversel gebracht.

In 2018 werd gestart met een restauratie van de gevels, het dak, de toren, alsook de glasramen. De torenhaan werd vervangen door een nieuw exemplaar en het interieur werd ook onderhanden genomen. Zo werd alles geschilderd.

 

 

Bron: Fons Aerts

Fotoalbum