Pastoor Ballings

Pastoor Ballings in de "Engelse tuin" aan de pastorij in Viversel

De priester-leraar

Op 24 mei 1885 werd Hendrik Willem Michiel - genoemd naar zijn grootvader - geboren te Hamont als 2de kind in het gezin Ballings-Veugen. Vader Paulus Antonius was koperslager en moeder Maria Catharina Hubertina werkte als landbouwster. Willem, want zo was zijn roepnaam, groeide samen met 3 zussen en een broer op.

Tijdens zijn humaniorastudies te Saint-Roch ontlook zijn priesterroeping. In de kathedraal van Luik - Limburg behoorde toen nog tot het bisdom Luik - werd hij na zijn opleidingen in de seminaries van Sint-Truiden en Luik op 17 april 1911 tot priester gewijd.

Reeds toen al toonde hij zijn Vlaams en sociaal engagement. Samen met enkele andere idealisten stond hij aan de wieg van het Sint-Hubertuscollege te Neerpelt. Dat college, opgericht in 1910, was de eerste middelbare school in Vlaanderen met onderwijs in de Nederlandse taal. Van 1911 tot 1931 was hij er leraar, graag gezien door de scholieren en de collega`s.

 

Vooraanzicht Sint-Hubertuscollege Neerpelt

1914 - De oorlog breekt uit

Na de inval van het Duitse leger in België kwam de grens tussen België en Nederland volledig onder controle van de Duitse bezetter.

Nederland trachtte zich militair afzijdig te houden tijdens de Eerste Wereldoorlog, al was neutraal blijven door haar ligging echter erg moeilijk. Uiteindelijk had Nederland haar neutraliteit te danken aan strategische overwegingen en handelsmotieven van Duitsland en Groot-Brittannië .

Mede door de neutraliteit van Nederland in het grote Europese conflict waren er tal van goede redenen om naar Nederland te vluchten en de oorlogsellende te ontwijken. Er werd gesmokkeld en oorlogsvrijwilligers waagden zich over de grens om via Engeland en Frankrijk het front te bereiken.

Om deze problemen op een degelijke wijze aan te pakken, zocht de Duitse overheid naar een snelle, goedkope en efficiënte oplossing. Het werd een draadversperring die onder spanning werd gezet.

Inlichtingendienst en spionage

Voor de geallieerden was het van groot belang om de sterkte van de Duitse troepen overal en tijdig te kunnen inschatten. Aanvoer of concentraties van soldaten in één gebied konden immers op een nakend offensief duiden, waartegen men tijdig maatregelen moest kunnen nemen. Om legersterkte of de intenties van de vijand te achterhalen en de economische en politieke situaties in kaart te brengen, werd er beroep gedaan op spionnen die voor een inlichtingendienst werkten.

Bij de aanvang van de Eerste Wereldoorlog had elk land zijn eigen inlichtingsdienst.

Omdat België, Frankrijk en Groot-Brittannië samen tegen Duitsland oorlog voerden, was het van belang om onderlinge acties zo veel mogelijk te coördineren. Daarom werd er beslist om door deze drie landen één gezamenlijk netwerk op te richten in het Engelse Forth, maar opgesplitst in 3 nationale delen. Elk land diende in nauwe samenwerking de bekomen informatie uit te wisselen. Het hoofdkwartier van dit intergeallieerd bureau lag in Folkstone, een stadje aan de Britse kust.

Het neutrale Nederland, strategisch gelegen tussen Duitsland en Groot-Brittanië, werd als uitvalbasis gebruikt.  De inlichtingendiensten openden er 'handelszaken' of 'consulaten' en werden dankzij die dekmantel door Nederland getolereerd. Uiteindelijk werd Rotterdam de hoofdrolspeler: het ontpopte zich tot grootste spionagecentrum ter wereld.

Het Britse leger bouwde twee inlichtingendiensten uit: de dienst CF en de dienst WL.

CF  (Cameron at Folkstone) : Deze dienst werd geleid door majoor Cameron vanuit Folkstone, dat een directe bootverbinding had met Vlissingen.

WL (Wallinger at London) : Omdat er te weinig kantoorruimte was in Folkstone en de bootdiensten vanuit Vlissingen omgeleid werden naar Tilbury, werd er in april 1915 een tweede inlichtingendienst door de Britten opgericht. Deze dienst stond onder leiding van majoor Wallinger. Als dekmantel opereerde deze dienst vanuit de Vlissingse graanhandel "Cereal Company" met een afdeling in Eindhoven en Neerpelt.   

Structuur nationale inlichtingendiensten

Structuur onder de Britsen inlichtingendienst afdeling Wallinger

E.H. Ballings, draaischijf van de spionagedienst

Leraar-priester Willem Ballings uit het college van Neerpelt was actief in de spionagedienst Cereal Company, die zorgde voor het over de grens brengen van personen, berichten en brieven.

Het hoofdkwartier van de Cereal company Neerpelt, met als kopstukken het trio Peeters, Ballings en Loos, was gevestigd in Ballings'kamer in het college. Oogluikend liet schooldirecteur Peuskens de spionageactiviteiten toe.

Ballings bood ook onderdak aan vele vluchtelingen, die als herkenningsteken een medaille van de heilige Theresia moesten dragen.

Verder was Willem Ballings rector bij de Zusters Ursulinen in Overpelt, waar hij af en toe logeerde en dagelijks de mis opdroeg. Als leraar Duits kon hij goed overweg met de Duitsers en niemand had een vermoeden van zijn activiteiten. Niets voor niets noemden de Duitsers hem " Herr Oberlehrer".  

In Ballingschap

E.H. Ballings op de fiets aan de grens

Ballings wordt verklikt

In het voorjaar 1917 werd de sector tussen Neerpelt en Hamont een ongewone drukke doorgang voor personen die België probeerden te ontvluchten. Alles werd door de Cereal Company geregeld. Hoewel veel mensen door hun toedoen succesvol over de grens werden gebracht, liep het op 17 mei 1917 grondig mis. 

Een zekere Louise Vekemens uit Heusden probeerde samen met haar broer Benoît in maart 1917 over de draad te raken met de hulp van de Hamontse passeurs Koentje Vos en broeder Serneels. Deze poging mislukte doordat de grenswacht net op dat moment vervangen was. De vluchtelingen werden opgevangen door burgemeester Keunen en in de nacht van 17 mei werd eindelijk een tweede poging ondernomen.

Ondertussen was de groep aangegroeid tot 5 personen met een Antwerpse ‘pastoor’ Jageneau, een jood uit Antwerpen, en een Gentse spion, Verbruggen. Veldwachter Willekens en Koentje Vos uit Hamont namen een isoleertafeltje en een reeks gummihandschoenen mee om de gevaarlijke overtocht te wagen.


Door verraad bij de Duitse grenswacht liep het totaal verkeerd af. Drie personen werden gevat en Louise Vekemans werd ernstig verwond en door toedoen van dokter Somers in het Sint-Jan Berchmanstehuis in Hamont verzorgd.

 

Op 10 juni werd zij door de Duitse politie na een tip aangehouden en scherp verhoord. Zij verraadde alle medeplichtigen. Burgemeester Louis Keunen werd op 18 juni opgepakt. Hamont en omgeving werden opgeschrikt door een ware razzia waarbij uiteindelijk zo’n 30 personen gearresteerd werden. Ook vielen de Duitsers binnen in het college op zoek naar Willem Ballings. Hij overnachtte in Overpelt bij de Ursulinen, en werd daar op 19 juni aangehouden. 

 

De zusters Ursulinen beschrijven deze inval als volgt in hun kloosterboek:

De 18e juni kenmerkt zich door een roerende gebeurtenis. Rond half drie 's morgens, werden wij gewekt, door het aanbellen van drie spioenen. Nog vermeerderde onze ontsteltenis, toen de onverwachte bezoekers ons mededeelden, dat zij belast waren me de aanhouding van den Heer Eerw. Heer W. Ballings, professor aan `t College van Neerpelt en die hier dagelijks de H.mis las. De Eerw. Heer Ballings, verwittigd door één zijne medewerkers, en in `t geheim gewekt door den knecht des kloosters, begreep met één woord, welk gevaar hem dreigde, ook bevond hij zich reeds in den tuin, toen de politie zich aanbood. Na een nauwkeurig onderzoek in zijne kamer, brachten de spioenen den Eerw. Heer Professor naar Neerpelt om vandaar, nog dienzelfde morgen naar de gevangenis van Hasselt overgebracht te worden. Zijn medewerker bleef verborgen in één der aanliggende gebouwen van `t klooster. Door wel overdachte voorwenselen, die de Eerw. Heer Ballings wist bij te brengen, bleven wij voor alle verdere moeilijkheden, opzichters deze zaak gespaard, doch voor den Eerw. Heer Professor zelven begon de harde en onrechtvaardige behandeling, die hij verder in de gevangenis van Hasselt en Werden (Duitschland/ gedurende 18 maanden zou moeten verduren.

 

Eerw. Heer Professor

Afschrift kloosterboek Zusters Ursulinen

In de gevangenis van Hasselt, wachtend op de doodstraf

E.H. Ballings werd overgebracht naar de gevangenis van Hasselt waar hij zijn proces afwachtte. De gevangenis zat overvol, en er was sprake van veel gefusilleerden.

Op 20 augustus sprak men tijdens het schijnproces te Hasselt zware straffen uit, mede door toedoen van de onverbiddelijke gouverneur-generaal Keim. Er werden drie doodstraffen uitgesproken: voor priester Willem Ballings, burgemeester Keunen en broeder Mathieu Serneels . Celstraffen waren er voor tientallen andere medeplichtigen, waaronder de Neerpeltse collegedirecteur Peuskens en juffrouw Vekemans.

Verslaggeving in de oorlogskranten

Levenslange dwangarbeid

Nu werd alles in het werk gesteld om de doodstraf van Priester Ballings en burgemeester Keunen ongedaan te maken. Men sprak alle mogelijke relaties aan, zo werden Paus Benedictus XV, August Borms (leider van de Vlaamse Raad) en prinses d’Arenberg uit La Hulpe om hulp verzocht.

Uiteindelijk werd door de teut J. Rijcken, de invloedrijke handelspartner Oldewelt uit Amsterdam, aangesproken. Hij benaderde via koningin Wilhelmina de Duitse keizer zelf om de doodstraf om te zetten in levenslange dwangarbeid, wat uiteindelijk op 6 september in Brussel ook zo werd uitgesproken.

Alle veroordeelden werden onmiddellijk in strafkampen in Duitsland geplaatst: Werden an der Ruhr voor de mannen en Limburg a/d Lahn voor de vrouwen.

De hele kern van de Cereal Company in Noord-Limburg was opgedoekt, maar gelukkig konden twee kopstukken, Louis Loos en Jefke Peeters, de dans nog ontspringen en naar Holland  vluchten.

Stafkamp in Werden waar Ballings verbleef tot aan het einde van de oorlog

De oorlog is voorbij, Ballings komt vrij

Na het einde van de oorlog worden E.H. Ballings vrijgelaten.

Bij zijn terugkeer naar Hamont einde 1918 woog hij nog amper 39 kilo. De onmenselijke toestand in het Duitse kamp was hiervan de oorzaak. Hij nam zijn taak als leraar terug op in het college.

Op 25 augustus kwamen de leden van de Cereal Company nog een keer samen voor de herbegrafenis van Jaak Tasset. Hij was ook lid van de Cereal Company Neerpelt en stond onder meer in voor het ophalen van rapporten die door Jefke Peeters naar Hechtel zijn gebracht. Jaak smokkelde dan de rapporten en brieven voor het front naar Nederland, maar op 15 april 1916 liep hij tegen de lamp en hij werd op 14 juli 1916 gefusilleerd.

 

Foto genomen in de tuin van hotel Neuf – Neerpelt - na de overbrenging van het stoffelijk overschot van Jaak Tasset in 1919

Lerarenkorps Sint-Hubertuscollege schooljaar 1925-1926

Militaire erkenning

Pastoor Ballings kreeg later hoge Belgische, Engelse, Amerikaanse en Franse onderscheidingen voor zijn heldendaden en het redden van menige levens. 

Zo ontving hij onder meer het Kruis van Ridder in de Kroonorde en van Ridder in de Leopoldsorde.

In "The London Gazette" krijgt hij de vermelding 'Volunteer service attached to the British Army in France'. In 1920 ontvangt hij de zeer zeldzame Britse medaille 'The Territorial Force War Metal', voor zijn vrijwilligerswerk ten dienste van het Britse leger tussen 1914 en 1918 buiten het Verenigd Koninkrijk.

Ook de Franse overheid reikt hem een erkentelijkheidsmedaille uit voor zijn vrijwilligerswerk bij de inlichtingendienst.

Franse erkentelijksheidmedaille. Guillaume, de Franse vertaling voor Willem  

Pastoor Ballings met zijn oorlogsdecoraties

De originele medailles in volgorde van opspelden op zijn borst

Leopoldorde, Ridder ten burgerlijke titel.

kroonorde, Ridder

 

Burgelijke Decoratie, Kruis 1ste klasse

 

Medaille van de Politiek gevangenen

1914-1918

Herinneringsmedaille 14-18 met zilveren kroon (Leden inlichtingendiensten, dragers van een nationale orde) 

De Overwinningsmedaille 1914-1918

The Territorial Force War Metal ( Britse erkenningenmedaille) 

Pastoor te Viversel

In 1931 kreeg E.H. Ballings zijn aanstelling als pastoor te Viversel.

Door zijn vriendelijke en sympathieke omgang won hij dadelijk het vertrouwen en de genegenheid van al zijn parochianen. Hij ontpopte zich tevens tot een energieke, geestelijke leider.

Zijn beleid was gericht op het gebed, het bijwonen van de eucharistie en het naleven van de christelijke waarden. Bovendien droeg hij het sociaal aspect hoog in vaandel: de pastorij stond voor iedereen open en menig "drupkes" jenever werden geklonken op de vriendschap.

Zijn hartelijkheid vertaalde zich dan ook naar het verenigingsleven. Als proost volgde hij met veel interesse de activiteiten. Hij lag aan de basis van de heroprichting van de KAJ en de VKAJ. Ook het onderwijs was nog steeds belangrijk voor hem, hij was een graag geziene gast in de Sint Jan Berchmansschool.

Sacramentskapel

Naast de zorg voor de kerk en de parochie lag de Sacramentskapel nauw aan het hart van de pastoor, deze oase van rust en stilte was heilig voor hem.

Hij kwam er dagelijks en tijdens de zomermaanden las hij elke donderdagmorgen de mis in de kapel.

In 1932 slaagde hij met veel inzet de tanende interesse voor de eeuwenoude Sacramentsprocessie op te tillen tot het belangrijkste parochiaal evenement. De eerste deelname van de jonge fanfare " Eigen Volk" en de inbreng van nieuwe groepen leidde tot een verhoogde belangstelling van de vele pelgrims. In 1938 nam hij het initiatief om een kunstige kruisweg te plaatsen op de Sacramentshelling onder de dennenbomen.

Mis aan de kapel

Pastoor Ballings gaat de Sacramentsprocessie voor

E.H. Ballings aan zijn geliefde kapel

WO II breekt uit

In 1939 al kwam Viversel gedeeltelijk onder water te staan om de opmars van het Duitse leger te vertragen: de Laambeek werd afgedamd aan de duiker van het Albertkanaal en overspoelde zo het dorpscentrum.

In de kerk steeg het water tot haast één meter. Pastoor Ballings liet alles wat enigszins verwijderd kon worden uit de kerk, naar buiten dragen. Zelfs de biechtstoel liet hij door Frans Swinnen met paard en kar naar de parochiezaal (de Jovita) voeren. Zelf ging hij de schade opmeten met de boot in het dorp en in de kerk. 

in 1943 moest hij met lede ogen toezien hoe de Duitsers nu ook de kerkklok stalen uit de toren.

 

1939, de kerk wordt ontruimd

Zelfs de biechtstoel moet mee

De kerk staat volledig onder water 

Ballings vaart met de boot de kerk binnen

De pastoor meet de schade op bij de dorpelingen

Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog waren veel inwoners op de vlucht en jonge mannen onder de wapens. Uit dankbaarheid voor de behouden terugkeer van allen, liet de pastoor de kapel van O.-L.-Vrouw van Banneux oprichten op de andere heuvel van de Sacramentsberg.

Na de moeilijke oorlogsjaren financierde hij met eigen middelen de orgelrestauratie.

Banneuxkapel

25 jaar te Viversel

In 1956 kende de pastoor het voorrecht om 25 jaar herderschap feestelijk te herdenken.

Guirlandes, wapperende vlaggetjes, triomfbogen en hulde teksten tooiden de weg van de pastorij naar de kerk. Een plechtige mis met mooie gezangen en een ontroerende gelegenheidssermoen vormde het eerste hoogtepunt. ´s Namiddags trok een prachtige stoet met uitbeeldingen van zijn leven en verwezenlijkingen door de versierde straten naar de parochiezaal.

Liederen, muziek, toespraken, bloemen en geschenken vormden het orgelpunt van een dankbare hulde aan de geliefde pastoor.

Hulde 25 jaar parochieherder

50 jaar priesterschap

Op 17 april 1961 vierde pastoor Ballings zijn gouden priesterjubileum. Opnieuw organiseerde de parochie een onvergetelijk feest voor hem die zoveel jaren lief en leed van allen had gedeeld.

Gouden priesterjubileum 

Geestelijk testament

Stilaan verminderden de krachten van de pastoor. Vergaderingen bijwonen en zieken bezoeken lukte niet meer. Zelfs de dagelijkse mis werd hem te zwaar.

De komst en de hulp van co-adjutor Jaak Leen bracht rust.

Op 25 september 1967 ging hij zachtjes heen. De uitvaartdienst had, volgens zijn wens, plaats op de Sacramentsberg, zijn geliefde plek waar hij zo vaak had vertoefd en gebeden. Hij hoopte dat deze bijzondere plaats het sacrale oord kon blijven voor de parochie Viversel.

Blijvende herinnering

Pastoor Ballings was behalve meer dan 35 jaar priester in ons oudste kerkdorp een oorlogsheld die verschillende levens redde tijdens WOI. Zijn onvermoeibaarheid en sociaal engagement zorgden ervoor dat hij in Viversel tot aan zijn dood in 1967 op handen werd gedragen. Om hem te eren werd er zelfs een straat in Viversel naar hem genoemd: de Pastoor Ballingsstraat, een zijstraat van het Sacramentspad.

Grafsteen in verval

Trouwe bezoekers van het kerkhof merkten echter op dat het zijn grafsteen minder goed verging. Jarenlang kaartten verscheidene personen het verval aan, maar vanuit de Viverselse parochiale gemeenschap werd er jammer genoeg niets ondernomen.  

 

2021 grafsteen in verval

Waar een wil is, is een weg

Vastbesloten dat pastoor Ballings meer respect verdiende, engageerden enkele Vierseleers zich om het graf te renoveren. Ze schoten geld voor om de materialen aan te kopen, en met vereende krachten konden zij in het voorjaar van 2022 eindelijk het graf van de E.H. in ere herstellen. Op Stille Zaterdag 16 april 2022, symbolischer kon het niet,  werd op het kerkhof van Viversel de laatste hand gelegd aan de renovatie van Pastoor Ballings’ graf. 

Werken in uitvoering

Grafsteen in ere hersteld

Fotoalbum

Bronvermelding:

Met dank aan:

Fons Aerts, Heemkundige kring Hamont-Achel, Grevenbroekmuseum Hamont-Achel, Erfgoed-Heemkring Neerpelt, Hbvl, en de Heemkundige kring Viversel. 

Fotobewerking: Luc Moors

Beschikbaar stellen van artefacten: Dominique Jaspers